4 juli 2017

4 juli 2017 - Soň-Köl, Kirgizië

Sommige (reis)bloggers beginnen hun verhaal met het woord van de dag. Als ik dat zou doen vandaag dan is dat woord: zadelpijn!

Nu we in het oneindig groene Kirgizië zijn van de nomaden die met hun paarden door de bergen trekken krijg ik zelf de gelegenheid paard te rijden. Waar ik dat tot nu toe altijd categorisch weigerde lijkt me het in deze omgeving gepast. Overmoedig geef ik mezelf op. Veiligheidshalve vertel ik wel dat ik sinds ponyharen slagharen niet meer op een paard gezeten heb. En dat is al gauw 43 jaar geleden. 

Als de paarden een half uurtje later worden afgeleverd heb ik al spijt van mij overmoedigheid. Wat zijn ze groot! En ze staan allemaal te briesen. Ik verman mijzelf en met een soepele beweging slinger ik mij op het paard. Deze actie kan op een goedkeurende blik van mijn Kirgizische begeleider rekenen. We hebben geboekt voor twee uur. Het eerste half uur is het schitterend. Ik sluit mijn ogen en zie mezelf galopperend over de groene berghellingen rijden, de ondergaande zon tegemoet. Ik open mijn ogen en zie dat ik met afstand het langzaamste paard heb gekregen. Twee uur later rijd ik op het lachertje van de stal met ruime achterstand ons kamp in. Als ik afstap weet ik hoe het voelt om zadelpijn te hebben. De rest van de dag breng ik liggend op mijn buik met een boek door. Af en toe vallen mijn ogen dicht en zie ik mijzelf weer galopperend over de berghellingen rijden. Een nare steek in mijn achterste brengt me terug in de realiteit ..... nee, voor mij de eerste 43 jaar geen paarden meer.